Door Niels Huismans
De plannen van Rutte III zijn al even bekend en we hebben al diverse analyses en meningen kunnen lezen en horen. Vanuit mijn eigen rol was ik uiteraard extra nieuwsgierig naar de plannen op het gebied van de arbeidsmarkt. Toen ik de belangrijkste punten, vanaf mijn vakantieadres in Canada voor het eerste hoorde was ik matig enthousiast. Deze vier partijen zien waar de problemen liggen op de arbeidsmarkt en willen een aantal zaken aanpakken. Na het regeerakkoord echter serieus doorgenomen te hebben bekruipt me toch het gevoel dat ze de juiste kant op zijn bewogen maar niet echt gedurfd hebben om door te zetten. Echt hervormen doen ze niet maar laat ik zeggen dat ze zeker ook een aantal zaken wel goed (willen ) aanpakken.
Rutte III erkent de problemen maar pakt niet door
Cijfers tonen aan dat de hervorming van de arbeidsmarkt onder minister Asscher tijdens het kabinet Rutte II niet gelukt is. Het doel was om meer mensen aan een vaste baan te helpen en dat is zeker niet gelukt. Met de plannen van Rutte III kunnen mensen straks weer drie tijdelijke contracten krijgen voordat werkgevers een vast contract moeten aanbieden. Het ontslagrecht wordt wat versoepeld zodat vaste contracten wat minder vast worden. Daarnaast hoeven kleine bedrijven nog maar één jaar loon door te betalen bij ziekte en moeten ze zich voor het tweede jaar verzekeren. Tegelijkertijd worden de arbeidsvoorwaarden van payrollers meer gelijkgeschakeld met die van gewone werknemers. Ook de ontslagvergoeding voor mensen die al langere tijd in dienst zijn, gaat bovendien omlaag. Daartegenover staat dat werknemers met een tijdelijk contract vanaf dag één recht hebben op een ontslagvergoeding. Nu is dat pas vanaf twee jaar. Dit alles zijn waarschijnlijk stapjes in de goede richting maar ik had het graag wat grotere stappen gezien. Zo geldt de regeling van doorbetaling bij ziekte alleen voor kleine bedrijven (<25 medewerkers) en blijft er voor de markt van payrolling nog heel erg veel onduidelijk.
Verschil tussen vast en flex
Met bovenstaande maatregelen maakt dit kabinet de enorme verschillen tussen vaste werknemers en flexwerkers waarschijnlijk een klein beetje kleiner. Echter blijft het gat tussen zzp’ers en vaste werknemers enorm. Zo wordt er niet stevig ingegrepen op de belastingvoordelen voor zzp’ers. Evenmin zijn er plannen voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering of een pensioenvoorziening voor zzp’ers. Wel wil het kabinet de hele problematiek omtrent de Wet DBA aanpakken. Het kabinet kiest nu voor een meersporenbeleid. Er komen tariefgrenzen voor de marktsegmenten waar zelfstandigen evident geen of wel ondernemer zijn. De bovenkant van de markt en de onderkant van de markt. Dit lijkt in eerste instantie een goede zaak. Over de hoogte van deze tarieven kan uiteraard gediscussieerd worden. Ik ben zelf van mening dat 75 euro per uur aan de relatief hoge kant is en dat 18 euro relatief laag is. Toch is dit wel een goede stap. De grote problematiek van de zzp’ers aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt hiermee grotendeels aangepakt. Echter voor de zeer grote groep zzp’ers die niet in deze ‘extreme’ marktsegmenten zitten blijft er onduidelijkheid. Er moet namelijk een webmodule komen met een zogenoemde opdrachtgeversverklaring. Hoe dit er in de praktijk uit gaat zien is nog maar de vraag. Net als de vraag hoe de Belastingdienst dit alles gaat controleren en managen.
Daarnaast wordt er in de tussentijd ook gewerkt aan de benodigde aanpassingen van de arbeidswet. Het kabinet gaat namelijk verder verkennen ‘of en hoe’ zelfstandig ondernemerschap via de invoering van een ondernemersovereenkomst een eigen plek zou kunnen krijgen in het burgerlijk wetboek. Hiermee hoopt men de positie van zelfstandig ondernemers te verstevigen. Ook wil men in overleg met verzekeraars om een beter verzekeringsaanbod te bevorderen en meer zzp’ers ertoe te zetten zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Goede bedoelingen maar allemaal nog zeer onzeker. De Wet DBA en de modelovereenkomsten blijven dus nog even van kracht, met het niet-handhaafbeleid.
Leven lang leren
We sluiten echter af met iets positiefs. De afgelopen tijd heb ik veel geschreven en gesproken over het concept van een ‘lerend leven’. Dit concept gaat voorbij het idee van een leven lang leren. Toch was ik zeer blij verrast dat het kabinet Rutte III in het regeerakkoord zelfs een aantal zinnen heeft staan omtrent een levenlang ontwikkelen en leren. In het regeerakkoord noemen ze het zelfs een beleid. Het ‘levenlang-lerenbeleid’.
Het kabinet is van plan om de fiscale aftrekpost voor scholingskosten te vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben gehaald. Deze rekening moet het levenlang-lerenbeleid vanuit de overheid bundelen.
Dat is natuurlijk zeer mooi nieuws. Echter hoop ik dat dit in de praktijk ook de uitwerking en de effectiviteit gaat hebben welke het kabinet voor ogen heeft. Er moeten namelijk eerst met de sociale partners en onderwijsinstellingen afspraken gemaakt worden over hun bijdrage aan een levenlang leren bij de invoering van deze scholingsregeling. Hierbij wordt ook de positie van de O&O-fondsen betrokken. Ook de rol van werkgevers zal belangrijk worden. Het kabinet zegt namelijk hierover: “Daarbij is het relevant dat mogelijkheden voor werkgevers worden verruimd om investeringskosten in de inzetbaarheid van werknemers binnen de eigen organisatie in mindering te brengen op de transitievergoeding.”
In mijn optiek wordt hierbij wel te veel de verantwoordelijkheid gelegd bij de werkgevers en andere instellingen. In het regeerakkoord staat namelijk: “Het is de primaire verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers dat werknemers inzetbaar blijven. De overheid zorgt voor de noodzakelijke randvoorwaarden”. Ik ben van mening dat werknemers zelf primair verantwoordelijk zijn. Alleen voor de meer kwetsbare groepen is het belangrijk dat de overheid faciliteert en werkgevers stimuleert om ook hun verantwoordelijkheid te nemen.
Al met al dus veel goede bedoelingen echter blijkt de praktijk vaak weerbarstiger dan soms beleidsmatig wordt verondersteld. Ik laat me de komende tijd gewoon verrassen door het kabinet….